Suzuki-methode

De Suzukimethode of moedertaalmethode is geniaal in zijn eenvoud: alle kinderen leren hun moedertaal spreken zonder enige kans op mislukking. Kinderen worden vanaf de geboorte omringd door liefde en taal en absorberen zo de taal van hun moeder. Als we dit ook met muziek toepassen, kan elk kind muziek leren.

Deze methodiek werd vanaf het midden van de 20e eeuw in Japan ontwikkeld door de violist Shin’ichi Suzuki. Hij merkte op dat kinderen hun moedertaal erg vlug aanleren, met weinig kans op mislukking, door dagelijkse herhalingen en oefening.

Zijn methode, die hij talentontwikkeling noemde, berust op het principe van natuurlijk leren. De methode benadrukt de belevenis van muziek op jonge leeftijd: op jonge leeftijd leert men alles met de zintuiglijke waarneming. Wat men leert op deze manier, beheerst men beter dan wat men zuiver met het intellect leert op latere leeftijd.

fl-suzmethode

De belangrijkste bouwstenen van talentontwikkeling zijn:

  • Jong beginnen (vanaf 4 à 5 jaar).
  • Veelvuldig naar muziek
  • Instrument leren spelen alvorens muzieknotatie te leren lezen (auditief leren).
  • Betrokkenheid van de ouder(s).
  • Een vast kernrepertoire: bij de start veel kinderliedjes daarna vooral stukken van Duitse barokmeesters en uit het Klassieke repertoire.
  • Combinatie van individuele les en groepsles: deze lessen zijn complementair.

Deze methode kan in principe op elk instrument worden toegepast, maar de methodiek is uitgewerkt volgens de richtlijnen van de International Suzuki Association voor viool, altviool, cello, contrabas, dwarsfluitblokfluit, piano, orgel, gitaar, harp, mandoline, zang en zeer recent is trompet toegevoegd.

fl-suzmethode2